De hormonen van de menstruatiecyclus
Hormonen zijn chemische stoffen die hele specifieke effecten hebben op de organen en weefsels in je lichaam. Het woord hormoon stamt af van het Griekse woord hormân en dat betekent aandrijfstoffen. Kenmerkend voor hormonen is dat ze in heel kleine hoeveelheden al grote effecten kunnen hebben. De meeste hormonen worden door hormoonklieren gevormd. De hormonen komen in het bloed terecht en het bloed vervoert ze door het hele lichaam. Hormonen verzorgen over het algemeen processen die langzaam over een langere periode verlopen. Zij regelen bijvoorbeeld de groei, beïnvloeden de stofwisseling en stimuleren de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken.
Al met al heb je meer dan twintig hormonen in je bloed. De afscheiding van al die hormonen moet goed geregeld worden, de hoeveelheden ervan moeten in balans zijn. Te veel van bepaalde hormonen is niet goed, te weinig ook niet. De lever speelt daarbij een grote rol, want die haalt de hormonen uit het bloed en breekt ze af. De regeling van de afscheiding van hormonen wordt door het zenuwstelsel en/of door het hormoonstelsel uitgevoerd.
Ook de menstruatiecyclus staat onder hormonale controle. Tijdens de menstruatie zijn er diverse hormonen actief, met allemaal hun eigen functie. De hormonen die een hoofdrol spelen zijn: FSH, LH, progesteron en oestrogeen. FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) kwamen al eerder aan de orde. Ze worden door de hypofyse gevormd. Oestrogeen wordt door de follikel geproduceerd. Progesteron komt vrij uit de lege follikel, die in dit stadium geel lichaam wordt genoemd.

De afgifte van hormonen tijdens de menstruatiecyclus

De werking van de hormonen die een rol spelen bij de menstruatiecyclus
Maak jouw eigen website met JouwWeb